Bamboe is een mooie groenblijver die oorspronkelijk afkomstig is uit het Verre Oosten. In de Japanse cultuur staat het gewas symbool voor hoop, veerkracht en standvastigheid. Bij ons is bamboe beter bekend als grondstof voor allerhande gebruiksvoorwerpen, groente en als veelzijdige border- en kuipplant die je goed onder controle moet houden.
Als plantenfamilie behoort bamboe tot de grassoorten. Vanwege het extreem verhouten van de stengels en de aanwezigheid van winterhard blad, bij sommige soorten, word hij ook wel tot de heesters gerekend. Wanneer je een beetje botanisch bent aangelegd, gaat er waarschijnlijk bij het noemen van ‘grassoorten’ een belletje rinkelen. Een belletje van woekerende vegetatie. Gedeeltelijk is dit zo. De meeste bamboesoorten vragen behoorlijk veel ruimte en deinzen er niet voor terug andere planten te verdringen of bestrating omhoog te werken. Er zijn zelfs bamboesoorten die beton weten te kraken.
Mocht je erover denken een mooi uitgebalanceerde zentuin aan te leggen met bamboe of je snel een border goed de hoogte in wilt krijgen, met het mooie siergras, let er dan op welke soort(en) je koopt. Bamboe wordt namelijk onderverdeeld in woekerende en niet woekerende soorten. Een niet woekerende soort is de Fargesia. Let daarbij wel op de hoogte die de plant kan bereiken. Onder de Fargesia’s zijn hoge, breed uithangende soorten te vinden, maar ook pollen die niet hoger dan een meter worden. Zie je in een tuincentrum op het kaartje van een mooie bamboeplant Phyllostachy staan, weet dan dat dit een woekerende bamboeplant is. Woekerende bamboes maken ondergrondse wortelstelsels aan, waarbij ze steeds een stukje verder gaan. Heb je een kleine tuin, of wil je hem als kuipplant houden, is deze plant hiervoor minder geschikt, en als je deze bamboe ooit wil verwijderen zal dit zware grondwerken bevatten – denk dus goed na!
Wat te doen tegen woekeren?
Het is vrijwel geen doen om elk jaar de bamboepol terug af te steken, naar het gewenste formaat. De beste maatregel tegen overmatig grondgebruik van de plant is het aanbrengen van een wortel- en rhysoombegrenzer voor bamboe. Rhysomen of rizomen, zijn de wortels die zich boven de grond bevinden. Zowel de Fargesia soorten, als de Phyllostachy bamboes, beschikken over twee soorten wortels: ondergrondse wortels waarmee ze zich voeden en bovengrondse wortels, de rizomen, waarmee ze zich verspreiden. Een wortelbegrenzer gebruik je om het ‘lopen’ van zowel de ondergrondse, als bovengrondse wortels tegen te gaan.
Om ervoor te zorgen dat bamboe niet meer plaats in gaat nemen, als dat het tuinontwerp het toelaat, graaf je het best, direct bij aanplant al een begrenzer in. Hiervoor graaf je een geul van ongeveer een halve meter diep, waarin je de wortelbegrenzer verticaal in plaatst. Om overgroei van de rizomen tegen te gaan, zorg je ervoor dat 5 cm van het antiwortelmateriaal boven de grond uitsteekt. Je hoeft niet bang te zijn dat de wortels onder de begrenzer doorgaan. Bamboewortels gaan over het algemeen niet dieper dan 20-30 cm.
Wil je bamboe in een pot kweken, zorg er dan voor dat het een stevige bloembak is. Naarmate de wortelkluit groter wordt, duwt deze gewoon door en een plastic bloempot maakt dan geen enkele kans. Tot slot houdt bamboe, net als alle grassen, wel van een slokje water, maar zal met natte voeten al snel geel worden.